KENYA RAPIDKennisbasis duurzame strategieën voor omgaan met water
Hoe ga je om met het weinige water dat je ter beschikking hebt? En hoe kun je beter gebruik maken van de neerslag die er valt? Dat zijn de centrale vragen van het Kenya RAPID-programma dat begin 2016 werd gelanceerd door Aqua for All en de Millenium Water Alliance. Acacia Water ondersteunt het Kenya Resilient Arid Lands Partnership for Integrated Development (Kenya RAPID) programma bij het beantwoorden van die vragen.
“In het projectgebied in Noord-Kenia is ontzettend weinig water aanwezig”, zegt Lieselotte Tolk. “Het is cruciaal om daar goed af te wegen hoe met de beperkte hoeveelheid water om te springen. De druk op de waterbeschikbaarheid neemt steeds verder toe door een sterke bevolkingsgroei en klimaatverandering, terwijl er nu al vaak te weinig water beschikbaar is. Daarom is het belangrijk om goede strategische afwegingen te maken over hoe je dit water zo effectief mogelijk benut.”
“De verantwoordelijk voor het waterbeheer is recent verschoven van de nationale overheid naar de provincies. Wij ondersteunen de provincies in dit project met inzicht in het watersysteem om een praktisch en duurzaam waterbeleid te maken.” | |
Kennisbasis door combineren groot aantal databronnenBinnen het project is Acacia vooral de partij die de kennis levert op basis waarvan afwegingen gemaakt en beslissingen genomen kunnen worden. “We hebben een beslissingsondersteunende rol. Wij zorgen dat er een goede kennisbasis is. Aan de hand daarvan kun je echt over de eigenschappen van het gebied praten en beslissingen nemen over duurzame en realistische strategieën. Die basis leggen we door veel data uit verschillende bronnen samen te brengen en te combineren. Satellietdata bijvoorbeeld en geologische en demografische informatie. Maar ook uit gesprekken met de lokale autoriteiten halen we veel – soms anekdotische – informatie die van grote waarde is. Op basis daarvan gaan we met elkaar het gesprek aan en verkennen we de vraag wat verschillende strategieën betekenen voor het gebied.” | |
Centrale watervoorziening versus decentrale maatregelenVaak wordt het gebruik van diep grondwater als oplossing gezien. “Het grondwater kan in dit gebied een goede bron zijn, maar het is niet altijd van goede kwaliteit en wordt maar beperkt aangevuld. Bovendien zijn diepe grondwaterputten vrij dure maatregelen”, zegt Tolk. “Daarom is het interessant om ook te kijken naar meerdere – over een groter gebied verspreide – kleinschalige maatregelen. Soms ontstaan er namelijk problemen bij een diepe centrale put. Alle rondtrekkende nomaden komen er op af. En als er dan niet voldoende graasgebied is, vindt er op grote schaal overbegrazing plaats en wordt het land beschadigd. Bovendien ontstaan er soms conflicten door concurrentie tussen verschillende nomadenstammen. Een slimme inrichting van de waterbronnen kan helpen om de druk op het gebied te spreiden en te sturen. De kracht van het inzetten op een combinatie van het gebruik van diep grondwater en decentrale maatregelen is dat het water op een groot aantal plekken beschikbaar komt. Daarmee kan het gebied zich beter ontwikkelen.” | |
Recharge, Retention and Reuse (3R)Regenwater komt maar in beperkte mate in het grondwater terecht. “Voor een deel raak je het kwijt door verdamping”, licht Tolk toe. “Dat wil je voorkomen en het water juist beschikbaar maken voor gebruik. Ook in de droge periode. Daarvoor zijn allerlei mogelijkheden die vallen onder het koepelbegrip Recharge, Retention and Reuse (3R). Je kunt regenwater bijvoorbeeld in het ondiepe grondwater opslaan, of regenwater in zanddammen vasthouden. Daarmee creëer je een extra bruikbare bron van water naast die diepe grondwaterputten. Hoewel de neerslag beperkt is in deze gebieden is het – zeker in gemiddelde jaren – nog altijd veel meer dan de drinkwatervraag voor mens en vee. De uitdaging is hierbij om het water op het goede moment en de goede locatie beschikbaar te maken. Daarnaast is de waterbehoefte voor vegetatie als voedsel voor het vee belangrijk. Ook daarvoor moet water in het gebied worden vastgehouden en een strategische afweging worden gemaakt.” | |
Verankering in beleidMet de provincies en waterautoriteiten wordt in dit project strategisch beleid ontwikkeld. Dit wordt verankerd lokale beleidsstukken. Het zijn daarnaast in de Keniaanse beslisstructuur uiteindelijk ook de dorpelingen – de communities – die bepalen welke strategie gevolgd gaat worden. Tolk: “Zij hebben het laatste woord in wat er wordt aangelegd. Een zanddam kan nog zo’n mooie oplossing zijn, als zij er niet in geloven, dan gebeurt het niet. Aan ons de taak hen het verhaal zo helder mogelijk te vertellen om ervoor te zorgen dat zij durven te kiezen voor een niet-traditionele oplossing. Het is voor ons essentieel dat een mogelijke oplossing ook daadwerkelijk landt bij de uiteindelijke gebruiker. We denken dus niet alleen na over wat er moet gebeuren, maar ook over de vraag ‘hoe krijg je het voor elkaar?’”
De Acacia-medewerkers kunnen gezien de grootte van het gebied onmogelijk zelf met iedereen het gesprek aangaan. “Daarom trainen we mensen bij de lokale autoriteiten en ontwikkelen we tools die heel intuïtief te gebruiken zijn. Zo werken we bijvoorbeeld met een geschematiseerd model dat enerzijds direct zichtbaar maakt wat de waterbehoefte is en anderzijds in welke hoeveelheden water er op een bepaalde locatie bij benadering uit verschillende bronnen beschikbaar is. Op basis daarvan kun je met elkaar gaan praten.”
Meer weten over dit project?
|
| Locatie
| Service
Aanmelden nieuwsbrief
Zoeken | ||
Gebiedsaanpak | Strategische procesondersteuning | Infrastructuur, steden en dijken | Innovatieve zoetwatertechnieken | Inzicht in het watersysteem |