Voor het derde jaar op rij heeft Nederland te maken met forse droogte. De vraag om structurele oplossingen wordt steeds groter. Maar waar te beginnen, in een land dat al eeuwenlang strijdt tegen water? Dat focust op zo effectief mogelijke afvoer, om het hoofd letterlijk boven water te houden? Acacia Water werkt niet alleen in Nederland, maar heeft ook al bijna 20 jaar ervaring met advies bij droogte in diverse landen van Afrika. “De stappen naar concrete oplossingen daar kunnen ook waardevol zijn voor Nederland. Hoog tijd om daar goed naar te kijken,” stelt directeur Arjen de Vries.
Door de verandering in neerslag en een toenemende watervraag wordt droogte in Nederland in rap tempo problematischer, ziet De Vries. “De waarschuwingen van drinkwaterbedrijven starten ieder jaar eerder, net als beregeningsverboden. We zien afnemende landbouwopbrengsten, toename in het aantal grondwaterputten en versnelde uitputting van waterbronnen. Dit zijn precies de problemen die we ook tegenkomen bij onze projecten in bijvoorbeeld Ethiopië, Kenia en Libanon. De specifieke droogtekennis die we daar hebben opgedaan moeten we zo snel mogelijk importeren en vertalen naar de situatie in eigen land.”
Menselijk handelen: oorzaak en oplossing
Klimaatverandering is een belangrijke oorzaak voor de huidige droogte. Maar in de basis ligt het probleem – en ook de oplossing – vooral in menselijk handelen, constateert Tine te Winkel, watereconoom bij Acacia Water en de Water Footprint Implementation. “Vroeger wist men beter hoe slim om te gaan met schaars water. In Jemen werd bijvoorbeeld gedurende duizenden jaren geboerd op terrassen, waarin water en bodem werden geconserveerd. Een hiërarchische beplanting met vruchtbomen op de randen zorgde voor beschaduwing van de lagere gewassen. In de moderne tijd is men daar putten gaan slaan voor opschaling en irrigatie. Inmiddels is het grondwater uitgeput en verzilt, en zijn de terrassen geërodeerd.”
Een ander voorbeeld vormen de oases in Egypte, waar in de schaduw van dadelpalmen eeuwenlang kleinschalige akkerbouw mogelijk was. Door schaalvergroting en overonttrekking van grondwater zijn de oasen nu zoutmoerassen geworden. “Als gevolg van menselijk handelen wordt het natuurlijk evenwicht ernstig verstoord,” ziet Te Winkel. “Dat is het patroon dat we telkens zien. Als gevolg van klimaatverandering komen daar nu heftigere afwisseling bij van extreme droogte en zware overstromingen, zoals recent in Kenia, Oeganda en Ethiopië.”
Voldoende water, en toch droogte
De vergelijking trekken met Nederland is eenvoudig, met de sterke focus hier op grootschalige landbouw sinds de jaren 50. Beken werden gekanaliseerd, het rooien van boomsingels en houtwallen zorgde voor kaalslag. Daarbij werd geen aandacht besteed aan waterconservering en microklimaat, of het gebruik maken van het natuurlijke systeem op basis van de diversiteit van bodem en reliëf. Ook hier hebben we nu te maken met sterkere extremen: grote hoeveelheden neerslag, afgewisseld met langere perioden van droogte. Een belangrijk verschil is er ook: door het jaar heen is in Nederland voldoende water. De Vries: “De vraag is wat we anders moeten gaan doen om het water op de juiste momenten beschikbaar te krijgen. En: wat kunnen we leren van oplossingen in Afrika?”
Vijf uitgangspunten voor succesvolle droogtebestrijding
De Vries ziet vijf belangrijke uitgangspunten, die kunnen leiden tot een succesvolle aanpak tegen droogte. “De leidende gedachte daarbij is: neem maatregelen voor de lange termijn, gericht op duurzame en structurele wateraanvulling en beschikbaarheid.
Investeer in de cool-factor. Dit wordt vaak onderschat, maar is erg belangrijk. Agroforestry bijvoorbeeld in Niger werkt omdat het naast nuttig ook statusverhogend is als je meer bomen hebt dan je buurman.
Versterk eigenaarschap bij de gebruiker. De beste maatregel is de maatregel die ook wordt toegepast. Dat is niet persé de technisch beste oplossing maar vaker de beste socio-economische.
Maak gebruik van de (oorspronkelijke) natuurlijke omgevingsfactoren. Pas toe wat passend is bij de gegeven hydrologische omstandigheden en versterk die. Er is geen ‘one size fits all’ oplossing.
Werk aan lange termijn partnerships en kijk voorbij de (4-jarige) ambtstermijn. De transitie die nodig is zal meer dan tien jaar duren.
Denk niet alleen groot, maar ook klein. Kleinschalige oplossingen werken vaak beter dan grootschalige oplossingen.”
Kleinschalige oplossing met duurzaam commitment
Een goed voorbeeld waarbij deze vijf uitgangspunten met succes zijn toegepast, is een project in Ethiopië en Kenia, waarbij zanddammen werden toegepast, vertelt Te Winkel. “Vanuit de gemeenschap is geld ingebracht om een zanddam aan te leggen. Een zanddam is een ‘low cost’ dam gevuld met zand, waarin regenwater wordt opgeslagen. Het zand zorgt dat er minder verdamping is en dat het water schoon is. Dit leidt ertoe dat kinderen niet langer 10 kilometer of meer hoeven te lopen om water te halen en naar school kunnen. Het opleidingsniveau wordt hoger waardoor een gemeenschap een economische impuls krijgt. De basis voor het succes ligt hier in een kleinschalige oplossing met een lange termijn commitment vanuit de gemeenschap, die zelf meebetaalt en ook zorgdraagt voor het onderhoud. Daardoor ontstaat ruimte om het verdienvermogen van het gebied te vergroten.”
Ook in Nederland zouden we er goed aan doen om water en economie met elkaar verbinden, denkt Te Winkel. “Wat we zien is dat een hydrologische oplossing en het verdienvermogen van een gebied sterk samenhangen. Je moet voorbij een individuele agrariër kijken en het gebied als geheel beschouwen. Alleen dan kun je de droogte op een duurzame manier oplossen”.