Door zeespiegelstijging, maaivelddaling en toenemende periodes van droogte krimpen de zoetwaterlenzen die ’drijven’ op brak grondwater. Anti-verziltingsdrainage gaat de verzilting tegen door de zoetwatervoorraad in het perceel te vergroten en zoute kwel te onderdrukken.
Lees hier het volledige artikel geschreven door onze collega’s Sieger Burger, Arjen Oord, Anne van der Heijden & Jouke Velstra.
n het grootste deel van de Nederlandse kustregio is het grondwater in de ondiepe ondergrond brak of zout. Landbouw is in deze gebieden alleen mogelijk dankzij zogeheten zoetwaterlenzen, dunne zoete regenwaterlenzen in de ondergrond die ‘drijven’ op dit brakke of zoute grondwater. In de zomer wordt het water van de zoetwaterlenzen gebruikt door de evapotranspiratie van de planten en in de winter vindt er aanvulling van de zoetwatervoorraad plaats en herstellen de zoetwaterlenzen zich.
Het behoud van deze zoetwaterlenzen staat onder druk. Zeespiegelstijging en bodemdaling leiden tot een toenemende kweldruk, waardoor meer zout water uit de diepe ondergrond wordt aangevoerd. Verder leiden vaker voorkomende periodes van droogte, waarvan de droge zomer van 2018 een goed voorbeeld is, tot het krimpen van de zoetwaterlens [3]. Daarnaast is er in de landbouw behoefte aan goed gedraineerde percelen voor snelle afvoer van water ter voorkoming van natschade. Bij het draineren wordt zoetwater uit het perceel afgevoerd, terwijl dit water in het groeiseizoen nodig is voor de groei van de gewassen.
Deze factoren leiden samen tot een toenemend risico op verzilting in landbouwpercelen, met allereerst negatieve gevolgen voor de agrariër: zoutschade aan de gewassen en verslechtering van de bodemstructuur en dus lagere opbrengsten. Ook het waterschap ervaart negatieve gevolgen. Bij toenemende verzilting in percelen komt er meer zout in het oppervlaktewater en is meer water nodig om de sloten door te spoelen om deze zoet te houden. Door de verzilting en de vaker optredende droge periodes is er ook meer zoet water nodig voor irrigatie, dat via het oppervlaktewatersysteem moet worden aangevoerd.
Anti-verziltingsdrainage is een nieuwe techniek die verzilting in het perceel tegengaat door de zoete regenwaterlenzen te vergroten en de zoutbelasting naar het oppervlaktewater te verminderen. Tussen 2013 en 2018 is deze techniek in het project Spaarwater getest en is de werking hiervan aangetoond. Dit onderzoek is uitgevoerd door een samenwerking van 16 verschillende bedrijven, universiteiten en overheidsinstellingen, waaronder Acacia Water, Broere beregening, Delphy en de Vrije Universiteit en is mogelijk gemaakt door 13 verschillende financiers.
Het artikel beschrijft de resultaten van het onderzoek in het project Spaarwater waarin twee typen anti-verziltingsdrainage getest. In beide pilots is de zoetwatervoorraad vergroot, nam de zoutbelasting naar het oppervlaktewater af en werd de ontwatering behouden. Gerichte inzet van anti-verziltingsdrainage zorgt daarmee voor behoud en zelfs vergroting van de zoetwatervoorraad in een perceel. Grootschalige toepassing van anti-verziltingsdrainage bestrijdt naar verwachting verzilting en vergroot lokaal de zoetwatervoorraad. Anti-verziltingsdrainage kan daarmee een grote bijdrage leveren aan het klimaatrobuust maken van de kustregio.